text
stringlengths
1
8.1k
path
stringclasses
465 values
source
stringclasses
2 values
Je blyft t'avond daar licht te eeten?
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
't Zou konnen zyn.
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
En dan te nacht?..
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
Wat zegje?
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Of jy wilt dat 'k u wagt?
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
Neen.
vinc001pefr02_01
gold
Geef.
vinc001pefr02_01
gold
'k verzuim hier ondertusschen.
vinc001pefr02_01
gold
Otje, hem de Ring geevende, en weggaande.
vinc001pefr02_01
gold
Ga heen, wil haar voor my eens kusschen: ‘Ik vrees wel dapper voor de Ring.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart, algaande zyn hair kemmende.
vinc001pefr02_01
gold
Dat 's voor een zoet vermaak, gering.
vinc001pefr02_01
gold
Otje, verbaasd weêrom koomende.
vinc001pefr02_01
gold
Heer, Ouwekennis komt verstelt, en... Ritzaart, met verstoortheid.
vinc001pefr02_01
gold
Wat wil hy?
vinc001pefr02_01
gold
'k wensch hem voor Sint Felten.
vinc001pefr02_01
gold
Ga vlieg, en zeg, dat ik deez' dag Niet kan, noch aan hem spreeken mag, En dat een zaak van groot belangen.... Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Het is te laat, of ik wil hangen!
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
'k Wensch hem de Nikker op zyn huid: Maar, wil j'em dan niet keeren, Guit?
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Daar is hy, hoe kan ik 't beletten?
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
De Duiker moet die Vent verpletten; Die my verstoort in myn bejag.
vinc001pefr02_01
gold
Zesde tooneel.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart, Ouwekennis, Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
HA!
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis, goeden dag.
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis.
vinc001pefr02_01
gold
Ik heb u licht weêrom doen keeren?
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
In 't minste niet: Otje.
vinc001pefr02_01
gold
‘Hoe kan hy smeeren!
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis.
vinc001pefr02_01
gold
Och, zonder uwe hulp, ik sterf!
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
‘'k Wensch u gehangen duizend werf.
vinc001pefr02_01
gold
Myn Vriend, al kosten 't ook myn leeven, Zal my de lust noch wil begeeven, Om u te dienen als 't betaamd.
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis.
vinc001pefr02_01
gold
Uw heusheid, Heer, maakt my beschaamd.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
‘En ik word raazend van uw teemen.
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
‘'t Gaat braaf, wil maar koeragie neemen.
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis.
vinc001pefr02_01
gold
Zo gy my dienst wil doen, zo kom En ga een straatjen met my om.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
'k Zou barvoets voor u gaan na Romen... Otje.
vinc001pefr02_01
gold
‘Wie heeft oit valscher mensch vernomen Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
En 'k ben heel tot uw dienst bereid.
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis.
vinc001pefr02_01
gold
Uw gunst en openhertigheid Te my waarts, weinig weêrgâvinden.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart.
vinc001pefr02_01
gold
‘'k Wensch dat de hel u mag verslinden.
vinc001pefr02_01
gold
Vriend, gy zult zien, dat met 'er daad Ik meêr zal doen als met de praat.
vinc001pefr02_01
gold
Ouwekennis.
vinc001pefr02_01
gold
Kom, gaan we.
vinc001pefr02_01
gold
Ritzaart, tegens zyn Knecht.
vinc001pefr02_01
gold
Gy zult dit vergelden.
vinc001pefr02_01
gold
Zevende tooneel.
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
JA, ja, jouw kyven, dreigen, schelden, Ben ik al lang gewend: wie heeft Zen leeven zulk bedrog beleeft, Of van zo vuile veinzerijen Gehoord?
vinc001pefr02_01
gold
De Drommel mogt dit lijen En by jou woonen!
vinc001pefr02_01
gold
Achtste tooneel Fem, Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Fem.
vinc001pefr02_01
gold
HEm.
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Ja hem: Zie ik je niet, ik hoorje stem.
vinc001pefr02_01
gold
ô Fem!
vinc001pefr02_01
gold
de Drommel moet me haalen Zo 'k om jou docht; waar loopje dwaalen By avond dus allien langs straat?
vinc001pefr02_01
gold
Of zoekje neering?
vinc001pefr02_01
gold
Fem.
vinc001pefr02_01
gold
Wat ien praat!
vinc001pefr02_01
gold
Foei, schaam jou, 'k heb ien stuk Gebraade Gebrogt tot jufvrouw Karbenade: Maar jy, waar loopje dus bezwiet?
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
De Nikker schenje, ik weet 'et niet.
vinc001pefr02_01
gold
Jouw Pry, het hoofd is me aan 'et hollen.
vinc001pefr02_01
gold
Men Baas die is al weêr uit krollen, En komt te nacht niet t'huis.
vinc001pefr02_01
gold
Fem.
vinc001pefr02_01
gold
Dat 's goed, Wel kom tot onzent, malle Bloed; Ons volk is juist te gast: we zullen Met onze Knecht Smeervet wat smullen, En lachchen.
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Geefme een zoen.
vinc001pefr02_01
gold
j'hebt recht.
vinc001pefr02_01
gold
Veur zulken Meester zulken Knecht.
vinc001pefr02_01
gold
Maar zacht daar komt men Meesters Zwager.
vinc001pefr02_01
gold
Fem.
vinc001pefr02_01
gold
Wie is hy?
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
't Is een Korendrager.
vinc001pefr02_01
gold
Fem.
vinc001pefr02_01
gold
Ien Korendrager?
vinc001pefr02_01
gold
ha, ha!
vinc001pefr02_01
gold
Otje.
vinc001pefr02_01
gold
Ja, Een Korendrager met een H. Negende tooneel.
vinc001pefr02_01
gold